Gezien worden, gehoord worden (Symposium workshop deel 2)

Gezien worden, gehoord worden (workshop symposium deel II)…

Onderstaande tekst is van Monique Amber. Ik heb deze, voor de leesbaarheid (en duiding), van kopjes voorzien. Samen met haar psychologe Margreet Krottje gaf zij tweemaal een workshop aan hulpverleners waarin zij deze tekst voordroeg. Deel één vind je hier. Monique houdt zelf een blog bij over haar ervaringen. Die vind je hier.

Het verhaal van Monique Amber: Gezien worden, gehoord worden

Ik wil graag hier de tekst plaatsen dat ik heb voorgelezen tijdens het symposium. Het is helaas een klein beetje aangepast, door bepaalde details weg te laten en ik heb zelf daarvoor in de plaats een regel toegevoegd over mijn gevoel. Er is mij gevraagd dit te doen, omdat wat eenmaal op internet staat, blijft daar ook voor altijd.

Privacy van anderen respecteren

Niet iedereen gaat respectvol met andere mensen om. Ik kan dit heel goed begrijpen en daarom kom ik mijn ouders grotendeels tegemoet. Ons contact is nu namelijk goed en ook ouders zijn helaas niet perfect. Mijn ouders hebben fouten gemaakt en hebben mij hiervoor erkenning gegeven.

In oude pijn geraakt

Deze aanpassingen hebben mij wel iets gekost. Het niet volledig open mogen schrijven over mijn ervaringen thuis, raakt mij in een diepe wond. Namelijk in het moeten zwijgen. En dat terwijl ik net een beetje begin open te gaan en mijn stem begin te krijgen. Ik heb gisteren in therapie een lange huilbui gehad, waarbij mijn lichaam trilde, schokte, knarsentande en klappertande. Mijn rug en nek doen daardoor nu nog zeer. En het huilen is nog steeds niet over. Een grote schoonmaak dus…

Mijn tekst van tijdens het Symposium: Wat wel werkt!

Ik ben seksueel misbruikt door mijn opa vanaf ongeveer mijn vierde t/m mijn veertiende jaar. Ik was vaak als eerste wakker en dan was ik in bed aan het spelen met Tuffy, mijn knuffelbeertje. Als ik mijn opa hoorde lopen in de gang, werd ik heel bang. Ik hield dan mijn laken en deken heel stevig vast, aan de bovenkant met mijn handen en aan de zijkant met mijn voeten. Als hij mijn kamer op kwam begon hij altijd te praten over al wakker zijn enzo. Hoe stevig ik het ook vasthield, hij trok mijn laken en deken zo los en sloeg ze open. Hij deed mijn nachthemd omhoog en mijn onderbroek omlaag. Hij kwam daar met zijn hand en zijn mond.

Dissociatie

Ik was dan al weg. Ik was dan bij het geluid van mijn oma, die de tafel dekte. Als hij klaar was zei hij altijd dat ik opa’s lieve meisje was en dat ik het niet aan oma mocht vertellen. Het gebeurde overal waar hij maar alleen kon zijn met mij en ik kreeg er altijd stiekem geld voor. Toen ik ouder werd en me van boven begon te ontwikkelen, pakte hij me vaak plotseling achterlangs van boven vast. Of hij versperde me de weg en zoende me op mijn mond. Toen het misbruik stopte gaf hij me drie nieuwe vijf gulden muntstukken en zei dat hij niet wist dat ik het erg vond.

Therapie bij Margreet Krottje

Ik heb nu net iets langer dan een jaar therapie bij Margreet Krottje en dit werkt absoluut. Anders zou ik niet op het symposium zijn en voorlezen voor een groep mensen.
Het eerste dat ik leerde, is dat je na misbruik de deur naar je gevoel sluit. Dat is om te kunnen overleven. Deze deur moet weer open om te kunnen leren leven. ‘Ga maar ademen en dan voelen wat je voelt’ zei Margreet. Want ook ademen is lastig. Mijn adem zit altijd heel hoog. En door diep te ademen, kom je in contact met je buik en dus met je gevoel.

Verdriet, pijn, schaamte, angst en (af en toe) boosheid

Eerst kwam er heel veel verdriet en pijn. Al gauw werd ook de schaamte en de angst zichtbaar. Boos is er af en toe en dan is er nog de verwarring. Want, mijn hoofd heeft van alles verzonnen om te kunnen overleven. Zoals zwart-wit denken. Als iets of goed, of fout is, is er houvast. Als iets grijs is, dan wordt het al gauw eng.

De angst breidt zich uit

Angst is bij mij iets dat zich enorm heeft kunnen uitbreiden. Ik was als kind al heel jong bang, door wat mijn opa deed. Eenmaal weer thuis wist ik door het dissociëren niks meer van het misbruik. Maar, er was wel angst. Voor school en voor sporten bijvoorbeeld. En voor het naturisme van mijn ouders vanaf mijn zevende. We gingen opeens naar een naturistenstrand en naturistenvereniging. En daar moest ik me dan uitkleden en helemaal naakt zijn tussen allemaal naakte mensen. Ik wist niet waar ik kijken moest, zo eng vond ik het. En ik wilde zelf ook niet gezien worden. Mijn thuissituatie was vanaf mijn tiende ook niet stabiel meer, omdat mijn ouders openlijk aan partnerruil gingen doen en vanaf mijn dertiende gingen ze met deze mensen in een vrijstaand huis in de polder wonen, met een grote tuin.

Onveiligheid in de thuissituatie

Door het naturisme schaamde ik me kapot als ik vrienden mee naar huis nam. De partnerruil maakte dat ik dingen zag die voor mij heel naar, angstig en verwarrend waren. Mijn slaapkamer lag tussen hun slaapkamers in. Ik heb dingen gehoord die ik niet wilde horen en die mij erg angstig maakten. Dan hield ik mijn oren dicht en probeerde ik zo in slaap te vallen. Ik verlangde zo naar een normale thuissituatie. Ik voelde me heel erg eenzaam en in de steek gelaten en later ook heel erg boos.

(Op verzoek van en uit loyaliteit voor mijn ouders heb ik de details (die ik op het symposium wel heb voorgelezen) over dit alles verder weggelaten.)

Er komen steeds meer angsten bij

Alle scholen en sociale contacten waren moeilijk en dat bracht ook angst met zich mee. Mijn moeder ontdekte dat mijn opa mij misbruikt had toen ik veertien was en bagatelliseerde het. Daar schrok ik zo van, dat ik dichtklapte en me terugtrok in mezelf. Ik voelde me in de steek gelaten. Van mijn opa moest ik zwijgen. En om te kunnen overleven ging ik helemaal zwijgen. Dus ook in het dagelijks leven. Ik zei en vroeg niks vanuit mezelf. Dat kon ik ook niet, want angst haalde de woorden weg. Door de gehele dag te dissociëren hield ik het vol.

Schaamte, ik voel me vies en slecht

Als puber kreeg ik moeite met mijn lichaam. Dat is schaamte. Ik voelde me vies en slecht. Ik voelde me dom en lelijk en een buitenaards wezen. Dat maakte me erg onzeker en ik kreeg een enorm minderwaardigheidsgevoel. Al die gevoelens van angst, schaamte en een diepe pijn, maakten dat ik me de hele dag verdrietig voelde. Nergens kreeg ik liefdevolle, veilige aandacht. Nergens kreeg ik begrip. Door meerdere mensen werd ik in de steek gelaten. Ik voelde me heel erg eenzaam en altijd alleen onder anderen.

Alles heel diep wegstoppen

Dit alles stopte ik weg. Dat weet ik nu pas, nu ik dat geleerd heb in therapie bij Margreet. Toen begreep ik niet wat er aan de hand was, wat er allemaal in mij gebeurde. Ik wist alleen maar dat ik het niet voelen wilde, dat het niet te dragen was. Ik verdoofde het door te eten. Ladingen chips en drop. En vanaf mijn vijftiende ontdekte ik de alcohol en daarna het blowen. Vanaf mijn achtiende dronk ik iedere avond om te verdoven. In de loop der jaren had ik hiervoor steeds meer drank nodig. Dit heb ik zo ongeveer 13 jaren gedaan. En het emotie-eten ging ook door. En zo ontwikkelde ik mijn obesitas.

Nieuwe angsten en mijn wereld wordt kleiner

Tijdens de zwangerschap, bij de bevalling en na de geboorte van mijn zoon kreeg ik weer met nieuwe angsten te maken. Ik weet niet of ik toen een soort depressie had. Ik weet wel dat het niet goed ging. Volgens mij ben ik toen begonnen met vermijden. Ik deed niks meer en ging nergens in mijn eentje heen. Ik leefde binnenshuis en keek veel tv. Ik kwam alleen buiten als het moest. Bijvoorbeeld om mijn zoon te brengen en halen van school. Op het schoolplein ervaarde ik dezelfde angst als toen ik zelf op school zat. Ik kon niet mee doen met de conversaties. Mijn hoofd was leeg en ik keerde naar binnen. Nog meer redenen om te vermijden, zodra dit mogelijk was. En zo heb ik jaren gevochten om te overleven.

Had ik toen geen therapie? Natuurlijk wel.

Dit is nu mijn zevende therapie. De eerste twee keren was toen ik 15 of 16 was. Mijn lerares Nederlands had dit voor mij geregeld bij de Riagg (dit heet nu Parnassia Bavogroep, zoiets). De eerste twee keren bracht ze mij en ging ze mee naar binnen. De therapeuten en zij spraken en ik zweeg. De derde afspraak moest ik alleen. Dat was voor mij zó eng, dat ik niet ben gegaan. En zo eindigde beide therapieën zeer snel en was ik weer alleen. De derde therapie was bij een maatschappelijk werker van Stichting Pro Juventute. Hij hielp een vriendin van mij heel goed en zo ben ik bij hem terecht gekomen.

Zwijgen

Op algemene vragen gaf ik kort antwoord, verder heb ik het gehele therapiejaar gezwegen. Ook zijn dappere poging om het contact tussen mijn ouders en mij te herstellen mislukte. We stopten de therapie en wederom was ik weer alleen. Februari 1992 kreeg mijn opa longkanker. Ik was toen 17 jaar. Ik durfde niet bij hem op ziekenbezoek. Niemand begreep dat. Een week voor zijn sterven ben ik bij hem geweest. Hij lag thuis op bed. Ik moest alleen de slaapkamer in om afscheid te nemen. Ik was zo verschrikkelijk bang. Ik moest hem beloven dat ik dat schooljaar niet zou blijven zitten.
Zo bizar, want alle keren dat ik al was blijven zitten, was eigenlijk zijn schuld. Een week later, 18 mei 1992, was hij dood.
Ondertussen ging het thuis slecht. Ik ging wel over dat jaar. Ik ging bij een vriendin in Rotterdam wonen. Op school stortte ik regelmatig in. Dan begon ik zomaar te huilen in de klas. Op een dag was ik zo ontroostbaar. Twee leraressen probeerden mij te helpen. Maar, ik huilde alleen maar. De leerlingenbegeleider regelde toen therapie voor mij bij de Riagg. Februari 1993 kon ik daar terecht. Ik moest er alleen heen en dat was zó eng. Gelukkig had ik om een vrouw gevraagd. Wel, zij sprak en ik zweeg en dissocieerde.

Schrijven

Toen gaf ze mij een schrift. Thuis mocht ik daar in schrijven en de volgende week moest ik dit dan meenemen. Zij las dan wat ik geschreven had en dan ging ze het daar over hebben. Het duurde heel lang eer ik een beetje begon te praten. Ik sprak kleine beetjes over school, vrienden en mijn ouders, maar nooit over mijn opa. Ik heb ongeveer 7 schriften volgeschreven. Ik had zeven jaren individuele therapie. Het hielp me door mijn schooltijd en studie heen en door de situatie bij mijn ouders thuis. Ik leerde om oogcontact te maken. Ik leerde dat verdoven met alcohol zelfdestructief was, maar dat kon me niks schelen. Op een gegeven moment kregen mijn ouders een eigen therapeute die hun zou helpen om contact te krijgen met mij. Ik woonde toen weer thuis. Ze gingen daar een aantal keren heen.
En toen ze klaar waren, zei hun therapeute dat ze nu op mij moesten wachten totdat ik naar hun toe zou komen. Dat was niet goed, want ik was daar veel te angstig en boos voor. Ik wachtte juist op mijn ouders, dat ze me eindelijk begrip, aandacht, veiligheid en liefde zouden geven. Er veranderde niets en dit vergrootte mijn woede en de afstand.

Verbroken belofte

Op een gegeven moment begon mijn therapeute over EMDR. Ik vond het goed. Op datzelfde moment begonnen ze een nieuwe groepstherapie voor meisjes die dissocieerden. Mijn therapeute ging dat samen met een mannelijke therapeut leiden. Het was de bedoeling dat ik in die groep kwam en daarnaast zou ik dan nog individueel EMDR krijgen. Ik ging daarmee akkoord. De groepstherapie begon en ik kreeg geen EMDR. Ik durfde er niks over te zeggen. Na twee jaren, toen ik voor de zoveelste keer aangaf dat ik iedere ochtend opstond met een zwaar gevoel, noemde een groepsgenote mij een zeikerd. Mijn therapeuten zeiden dat ik een kussentje van mijn verleden op schoot vasthield en dat ik dat nu maar eens moest wegleggen. Toen gaf ik aan dat ik nooit de beloofde EMDR had gehad. Zij ontkenden dat beloofd te hebben. Ik zou wel gedissocieerd hebben. Maar, ze hadden dit echt wel gezegd en dit was heel gemeen van ze. Ik kon ze niet vertrouwen. Ik kreeg een oefening mee naar huis. Ik moest iedere dag 5 goede en slechte gevoelens met gedachten opschrijven. En zo moest ik mijn misbruikverleden verwerken. En toen eindigde de groepstherapie. Ik deed net alsof het goed ging met me, opdat zij met een goed gevoel mijn dossier konden sluiten. En ik was weer alleen.

Alternatieve therapie: eindelijk een beetje begrip

Na een half jaar ongeveer begon mijn vijfde therapie. Dit was alternatief. Ik kwam bij een vrouw met een praktijk aan huis voor regressie-, reïncarnatie- en gestalttherapie. Bij haar vond ik voor het eerst in mijn leven begrip. Net zoals bij iedere therapie, vroeg ook zij steeds hoe ik me voelde. En net zoals altijd, gaf ik als antwoord dat ik het niet wist. Dan moest ik van haar gaan voelen waar in mijn lichaam ik iets voelde. Dat was dan altijd in mijn borst. Op het moment dat ik dit dan aangaf, kwam er een woord in mijn hoofd. Vaak was dit pijn. Als ik dit dan zei, kwamen de tranen. Ik heb dus heel veel gehuild bij haar en dat was goed. Dat hielp. Ik kon niet praten over mijn opa, maar wel een beetje gaan voelen. Ze liet me ook heel veel tekenen. Aan het einde van mijn therapie kickte ik op eigen kracht af van de alcohol. Dat de therapie klaar was merkten we, omdat ik overal zelf antwoord op kon geven.

Beter, maar nog steeds in de overleving

Daarna leek het een poos goed te gaan. Maar, eigenlijk was ik nog steeds aan het overleven en al gauw merkte ik dat ik het niet redde in mijn eentje. Mijn grootste probleem was intimiteit. Dat ging steeds mis. Aan het begin van mijn huwelijk had ik seks alsof ik een robot was. Ik deed het omdat het moest en onderging het tot het klaar was. En ‘s avonds was het makkelijk, want dan was ik compleet verdoofd en ongeremd door de alcohol.

Sjamanistische therapie

Maar, ik dronk natuurlijk niet meer en toen kwam de angst en de schaamte. Ik voelde me vies en slecht. Ik durfde zelf niks te doen. Ik nam geen initiatief en wachtte dus altijd af.
Ik vond weer een alternatieve therapie bij een sjamanistisch geschoolde vrouw. Bij haar heb ik geleerd dat ademen belangrijk is. Ik heb leren herkennen wanneer ik dissocieerde en ontdekte dat ademen en oogcontact maken hielp om terug te komen.

Wat niet werkt!

Een uur zwijgen en alleen maar aangekeken worden werkt niet. Ik was zo bang. De therapeuten van de Riagg hadden mij gerust moeten stellen. Dat ze begrepen dat ik heel bang was. Dat ze me gingen helpen met praten. En dat we eerst maar eens over makkelijkere dingen gingen praten. Dan was ik niet weggebleven de derde keer. Zeggen dat je het verleden nu maar eens los moet laten werkt niet. Ik had nog nooit over het misbruik kunnen praten, hoe kon ik het dan verwerkt hebben? Fouten maken en daarover liegen werkt niet, want dat beschadigt het vertrouwen.

Schrijftherapie helpt

Schrijven, zoals toen in een schrift en zoals nu per mail, dat werkt wel. En zelf heb ik dit jaar ontdekt dat het helpt om dat wat ik schrijf in therapie voor te lezen. En in mijn therapie nu krijg ik de ruimte om aan te geven wat ik wil doen. Dus lees ik voor en bespreken we de gevoelens en dergelijke die daarbij vrij komen. Zo kan ik eindelijk over mijn misbruikverleden vertellen en leer ik mijn stem te gebruiken. Het is heel belangrijk om zelf te mogen bepalen wat ik wil doen in therapie. Ik weet alleen niet te verwoorden waarom. Ik krijg heel veel uitleg en dat helpt om alles te kunnen begrijpen, hoe het werkt en waarom. Het is fijn om daarbij echte voorbeelden te krijgen. Dat is een bepaalde vorm van begrip en vertrouwen denk ik.

Ademen helpt. Oogcontact helpt.

Ademen helpt om gevoel dat vast komt te zitten in mijn lichaam, weer te laten stromen. Het helpt samen met oogcontact om uit de dissociatie te komen. En vooral het oogcontact is daarbij heel belangrijk. Wederom weet ik niet uit te leggen waarom.

Weg met de professionele afstand

En dan is er nog de professionele afstand. Het is zo akelig eenzaam als je tijdens de therapie huilt en je hulpverlener blijft geheel zakelijk tegenover je zitten. Getroost worden werkt helend en daar is een manier voor die ik niet verwoord krijg, maar het werkt. Als je hulpverlener ook menselijk is, geeft dit heel veel vertrouwen. En dat is nodig om jezelf te laten zien en alles te kunnen delen. Het maakt het veilig.

M. A.

Monique Amber

Het gedicht van Monique Amber: Van overleven naar leven…

Van overleven naar leven…

Mijn wereld staat stil
Zó moe van mijn hele leven overleven
Van het jarenlang vechten, het verdringen van de pijn,
het verdragen van de angst.
Een soort van leven
dat ik niet meer kan
Een overleven, in eenzaamheid,
dat ik niet meer wil.

Uitleg, begrip, erkenning wordt liefdevol gegeven
In alle vertrouwen open ik mijn gevoel
Zó bang, zóveel schaamte, een rivier van verdriet
Alles in de war, soms al een beetje boos, die eeuwige pijn
Moeilijk en zwaar,
zoals bij iedere geboorte van iets nieuws
Ik leer, ik leer ademen, ik leer voelen
en straks mag ik eindelijk leven.

M.A

Monique Amber

Grote stappen op het Symposium ‘Wat wél werkt!’

Een zevenmijls stap (workshop symposium deel I)…

Monique Amber gaf samen met haar psychologe Margreet Krottje een workshop op het symposium ‘Wat wél werkt! Hulpverlening na seksueel misbruik’. Het werd een indrukwekkende dag voor zowel de deelnemers aan de workshop als voor Monique. Hieronder vind je deel 1 van haar verhaal over haar ervaringen.

Monique AmberMijn psychologe, Margreet Krottje van Praktijk Tebéyo, had mij gevraagd of ik samen met haar de workshop wilde geven op het Symposium ‘Wat wel werkt! Hulpverlening na seksueel misbruik’, op zaterdag 1 november j.l. Natuurlijk wilde ik dat. Ik wil namelijk mijn stem terug. Ik wil taboe doorbreken. Ik wil mijn verhaal vertellen. Ik wil helen.

Speciaal om te doen!

Voor mij voelde het ook heel speciaal om dit samen met mijn psycholoog te mogen doen. Ze vroeg mij of ik het dan niet eng zou vinden. Natuurlijk wel. Verschrikkelijk eng zelfs. Maar, mijn angst mag mijn leven niet meer bepalen! En met mijn psychologe erbij is het heel veilig om zoiets te doen.

Bedenken hoe ik het wil

Ik ging thuis bedenken wat ik dan wilde. Dat had ik vrij snel duidelijk. Ik wilde voorlezen. Want, dat is voor mij nu de manier om te kunnen praten. Dus ben ik gaan schrijven. We spraken af dat ik bij de workshop ging voorlezen en Margreet zou daar dan op inspelen met vragen en met uitleg. Zo zouden de mensen dan een beeld krijgen van hoe de therapie bij Tebéyo werkt.

Niet oefenen, springen in het diepe

We zouden verder niks oefenen, zodat de mensen ook een zuiver beeld zouden krijgen. We wisten van te voren dan ook niet of het voorlezen zou gaan lukken. Of ik langzaam zou lezen, of op tempo. Of er angst zou komen, tranen en of ik zou gaan dissociëren.

De vrijdagavond ervoor sloeg de spanning toe:

‘Als je me nu vraagt hoe het gaat, zwijg ik. Want, dan kom je te dichtbij…
Alarm in mijn hoofd, een zware druk op mijn borst, buik strak gespannen, misselijk in mijn keel, tranen in mijn ogen! Oftewel, het is begonnen, de spanning voor het symposium morgen. Hopelijk val ik gauw in slaap, want de wekker gaat om 5.57 uur…’

Wakker liggen

Dit had ik op mijn facebook geschreven voordat ik ging slapen. Ik kan beter zeggen, voordat ik wakker ging liggen. Ik heb namelijk uiteindelijk maar een kleine twee uur geslapen. Dat ik mijn verhaal ging voorlezen, en daarmee mezelf ging laten zien, was namelijk nogal een stap voor mij. Een voor mij dierbaar persoon zou zeggen: Een stap met mijn zevenmijlslaarzen aan.

De grote dag vangt aan…

Zaterdagochtend (1 november 2014) om 10.00 uur moesten we er zijn, in Zutphen. Vanuit het Westen van het land betekent dit net iets meer dan twee uren rijden met de auto.
Ik kreeg nog een mailtje van mijn psychologe: “Red je het nog?   🙂 “
Ik antwoordde: “Amper geslapen as usual. Voel van alles overal. Verder afleiding van harde muziek nu in de auto… Tot straks”

Een lezing op het symposium

Het symposium werd in een school gehouden. Voordat het begon, liet Margreet mij het lokaal even zien waar wij de workshop zouden geven. Van te voren weten hoe de ruimte er uitziet geeft namelijk wat rust en veiligheid. De dag begon met een interessante lezing van Sietske Dijkstra. Een wijze vrouw die veel kan vertellen over seksueel misbruik en al jaren goed werk doet op dit gebied.

En toen was het tijd voor de eerste ronde workshops.

Met mijn hart in mijn keel volgde ik Margreet naar ons lokaal. Ik ging op mijn stoel zitten, links van Margreet. Tegenover ons twee rijen stoelen met ongeveer dertien personen. En links achterin op een tafeltje, zodat ze iets hoger zat en goed te zien was voor mij, een dierbaar persoon. Zij kwam erbij zitten, zodat ik een fijn en veilig gezicht had in het publiek, waar ik even rust kon vinden met mijn ogen.
Margreet ging onze workshop inleiden. En ik? Ik klampte me met mijn ogen aan haar vast. Dat is wat ik doe als ik bang ben. Om dan niet helemaal in dissociatie te verdwijnen, maak ik oogcontact. Margreet kwam naast mij zitten en ik begon met het voorlezen van mijn verhaal. Het eerste stuk was moeilijk, omdat dit over mijn opa ging. Ik kon redelijk lezen, maar het ging wel traag. Margreet vroeg hoe het met de mensen ging en checkte of ze dit aankonden en legde meteen iets uit over hoe geduld belangrijk is in dit werk.

Voorlezen zonder gevoel

Het meeste las ik voor zonder gevoel. De mensen merkten dan ook verschil, omdat ik dan duidelijker en meer op tempo ging lezen. Margreet legde hierover uit dat het dan goed lijkt te gaan, maar dat dit maar schijn is, omdat ik dan niet echt meer in contact ben met mijzelf. Steeds als ik een stuk gelezen had, nam Margreet de papieren even uit mijn handen, zodat deze weer even tot rust konden komen. Door angst verkrampen mijn handen namelijk.

Veilige ogen

Margreet checkte dan hoe het met mij ging. Als ik dissocieerde, moest ik even om me heen kijken, naar de mensen voor ons. Ik kon dan heel even oogcontact maken en achterin was daar dan het veilige gezicht. Zij maakte gebaren van steun en bemoediging en dat was fijn en troostend. Verder klampten mijn ogen zich dan gauw weer vast aan Margreet. Er was te veel angst om naar de mensen te kunnen blijven kijken.
Ondertussen vertelde Margreet over haar werkwijze a.d.h.v. mijn verhaal en wat de mensen aan mij konden zien. Margreet kreeg daarin van mij de ruimte om alles te mogen vertellen. Zoals waarom mijn handen verkrampt in elkaar vastzitten bij angst. Toen ze daar tijdens therapie een keer naar vroeg, kon ik uiteindelijk zeggen:”Dekens vast”. Zo voelt dat namelijk. Vroeger bij mijn opa hield ik de dekens vast. Nu doe ik dat als het ware nog steeds. Als ik mijn handen los zou houden, voelt dat heel open. En dat voelt heel onveilig en misselijkmakend.

Fysiek contact voor veiligheid en troost

Tijdens het lezen legde Margreet haar hand op mijn rug. Dat gaf veiligheid. Toen ik alles had voorgelezen, was er voor de mensen ruimte om vragen te stellen. Het lukte mij ook om antwoord te geven. Ik sloot de workshop af met mijn gedicht ‘Van overleven naar leven’.
Ik kreeg van iedereen heel veel complimenten. Dat vond ik heel bijzonder. Ik wist me er alleen geen raad mee. Ik voel me dan altijd heel klein worden, alsof ik het bijna niet geloven kan. Ik was heel moe en ik moest huilen. Gelukkig was er troost en mocht ik even wegkruipen in veilige armen.

Na de pauze nog een keer!

En toen was het pauze. Er was voor iedereen een goed verzorgde lunch. Maar, niet voor mij. Want, voor mij was deze workshop eigenlijk gewoon een pittige therapiesessie geweest. Mijn keel zat dicht. Gelukkig had iemand die mij kent aangeraden om witte boterhammen met pasta mee te nemen. Dat is zoet en is redelijk makkelijk weg te kauwen en door te slikken. We konden gelukkig heerlijk buiten zitten in de verwarmende zon. Ik was echt verschrikkelijk moe en meer aan het dissociëren dan aanwezig. Na de pauze was er de theatervoorstelling van de Powerwijven. Dit was echt heel goed. Zoals zij zich durven te laten zien, vind ik bewonderenswaardig. Er was voor mij ook veel herkenning. En confronterend was het moment dat er 16 stappen werden geteld naar het bed van de dader. De zaal werd toen ook stiller dan stil.

En toen was het tijd voor de tweede ronde workshops.

Daar waar ik er de eerste ronde nog redelijk bij kon blijven, lukte dat nu niet meer. Ik was veel aan het dissociëren. Maar, ook dat was goed om te laten zien. Ik moest maar kijken hoe ver ik zou komen met lezen. En als het niet meer lukte, zou Margreet het overnemen. Maar ja, dat is niet gebeurd. Want er is altijd nog datgene in mij dat het zelf wilt doen. Ik heb dan ook alles zelf voorgelezen. Op een gegeven moment gingen mijn handen en arm enorm zeer doen door de verkramping.
Ik kon alle vragen aan het einde zelf beantwoorden. Alleen was het steeds lastig. Want dan gaf ik antwoord en daarbij moet ik dan heel erg zoeken naar woorden. En dan was ik ondertussen de vraag al weer vergeten, waardoor ik niet wist of ik genoeg antwoord had gegeven.

Raken en geraakt worden

Één persoon heeft mij heel diep geraakt, omdat zij zelf heel erg werd geraakt door mijn verhaal. Ze zag aan mij waar ze zelf doorheen was gegaan. Ze huilde en daar was ik diep van onder de indruk.
De mensen hebben heel goed begrepen wat wij wilden overbrengen.

  • Dat het belangrijk is dat je als hulpverlener menselijk bent.
  • Dat je er gewoon moet zijn, zonder professionele afstand.
  • Dat je geen etiketjes uit de DSM IV moet gaan plakken, maar dat je de cliënt moet zien. Je ziet geen ptss, je ziet iemands angst, pijn en verdriet.
  • Dat uitleg geven belangrijk is en dat je troost biedt binnen de grenzen van de cliënt.
  • Dat je als hulpverlener een voorbeeld bent voor je cliënt, waarin je laat zien hoe het leven werkt.

Later kreeg ik per mail twee reacties die ik hier graag wil delen:

‘Nogmaals heel hartelijk dank voor jouw openheid in kwetsbaarheid, wat getuigt van een enorme kracht.’

‘De angst, dissociatie, verkrampte handen. Ik was geraakt door de reactie van Margreet. De veiligheid die ze je probeerde te bieden, de rust en vooral het geduld.’

Het symposium werd afgesloten met een boekpresentatie en daarna de mogelijkheid om nog iets te drinken met elkaar. En toen was het voorbij.

Ik was volledig gesloopt na twee therapiesessies op één dag. En verder door alle andere indrukken van deze dag. Ik verging van de pijn in mijn rug en nek. Dat komt door de verkramping van angst.

Het was een zeer geslaagd symposium! Ik ben dankbaar dat ik de kans heb gekregen om mezelf te mogen laten zien, om mijn stem te hebben mogen laten horen en daarmee weer een beetje meer terug te mogen krijgen.

Binnenkort deel ik hier nog de tekst die ik tijdens de workshops heb voorgelezen. Mijn gedichtje komt ook nog.

En wat betreft het thema van dit symposium:
De Tebéyo methode van Margreet Krottje werkt!*

M.A

Monique Amber

*Tebéyo betekent: Ik zie je.