Onderzoek ‘Plegerkenmerken van seksueel kindermisbruik’

Onderzoek naar plegers

Met toestemming van de auteurs publiceer ik hier het onderzoek ‘Plegerkenmerken van seksueel kindermisbruik in de sport vanuit slachtofferperspectief’ van Vertommen e.a.

De moeilijkheid bij onderzoek naar plegerkenmerken

Onderzoek naar plegers is moeilijk uitvoerbaar, omdat er in feite alleen bekende plegers geïnterviewd kunnen worden. Dit is doorgaans de veroordeelde zedencrimineel. Deze groep is niet representatief voor de gehele groep plegers, omdat met name de incestpleger hierin ondervertegenwoordigd is (Bij incest wordt door loyaliteitsverstrengelingen nog minder vaak aangifte gedaan).

Plegerkenmerken vanuit slachtofferperspectief

Het is een verfrissende benadering om plegerkenmerken te onderzoeken door er slachtoffers naar te vragen en dat is wat dit onderzoek heeft gedaan. Dit onderzoek beperkt zich daarnaast tot plegers binnen de sportwereld. Het beeld wat daaruit ontstaat is dan ook niet op alle plegers toe te passen. Meer onderzoek zou nodig zijn voor een bredere groep plegers.

Cijfermatige resultaten

Het onderzoek vergelijkt prevalentiecijfers van het onderzoek met de prevalentie in de berichtgeving over seksueel misbruik in de media. Daaruit blijkt dat de media vooral focussed op mannelijke plegers, coaches en trainers, terwijl in werkelijkheid maar liefst 45% van het misbruik door medesporters wordt gepleegd. Ook heeft de media het alleen maar over mannen, terwijl 24% van de slachtoffers (ook) vrouwelijke plegers melden.

Het kwalitatieve onderzoek

Doordat het verdere kwalitatieve onderzoek slachtoffers die ten tijde van het misbruik 16+ waren uitsloot, zijn alle acht slachtoffers die hieraan deelnamen misbruikt door een trainer. (Onduidelijk is of dit betekent dat jongere slachtoffers vaker door trainers/autoriteiten worden misbruikt.) Verder gaat het in alle gevallen om slachtoffers van meerjarig seksueel misbruik.

Het beeld van plegerkenmerken vanuit het slachtoffer gezien

Het algemeen beeld dat over plegers ontstaat vanuit dit onderzoek, ziet er als volgt uit. Uiteraard is meer onderzoek noodzakelijk en dit is slechts mijn selectie uit het onderzoek.

De kenmerken die meerdere slachtoffers noemen zijn:
  • Nood aan controle en bevestiging
  • Aanzien binnen de sport
  • Nauwelijks leven buiten de sport
Naast persoonlijkheidskenmerken komen ook kenmerken van de interactie naar voren:
  • Contact zoeken buiten de sport om
  • Machtsmisbruik
  • Afzondering/isolatie van het slachtoffer
  • Bestraffing, bedreiging en chantage
Kenmerken van de omgeving:
  • Blind vertrouwen in de trainer
  • Meerdere slachtoffers (zes van de acht)

Het hele onderzoek is zeker de moeite waard om te lezen. Met permissie deel ik het dan ook hier: Plegerkenmerken van seksueel misbruik in de sport vanuit slachtofferperspectief

Wat leren we hieruit?

Wanneer het gaat om misbruik te voorkomen, dan denk ik dat het belangrijk is om de focus te verleggen van het ‘kinderen weerbaar maken’. Het leeftijdsverschil alleen al maakt dat dit onbegonnen werk is. In plaats daarvan kunnen we aan omgevingsfactor één, blind vertrouwen, zeker iets doen. Met #metoo in het achterhoofd en de uitkomsten van commissie De Vries (1 op de 8 sporters heeft te maken met seksueel misbruik) is het naïef om een coach of trainer blind te vertrouwen.

Pas op voor te grote ego’s

Als het gaat om machtsmisbruik: dit laat zich veelal ook zien in andere gedragingen van plegers, niet slechts in het seksueel misbruik gedeelte van hun activiteiten. De grootste egos uit de sportwereld, de mensen die zich met grote geldingsdrang moeten bewijzen, die zich onaantastbaar wanen … hebben in elk geval één van de plegerkenmerken. Ik heb het al eerder gezegd: een beetje paranoïa is misschien zo gek nog niet.

Het nog niet vertelde verhaal over seksueel misbruik

Hieronder vind je een blog van Marcel Kerkhofs met daarin zijn gedachten over waar we staan in relatie tot het bredere verhaal van seksueel misbruik. Marcel Kerkhofs is ervaringsdeskundige en had een tijdlang een praktijk onder de naam ‘Crafting people’.

Het nog niet vertelde verhaal over seksueel misbruik

De laatste jaren is er een golf van verhalen en bewegingen om misbruik onder de aandacht te brengen. Enerzijds voor de (h)erkenning van talloze slachtoffers en anderzijds om de bewustwording te vergroten. Ook mijn verhaal is inmiddels verteld en opgenomen in het boek ‘Anonieme Helden van seksueel misbruik‘.

Er zijn talloze persoonlijke verhalen in de omloop omtrent seksueel misbruik, maar wat een zwaar onderbelicht aspect is, naar mijn idee, is de gebrekkige en structureel falende hulpverlening, die voortkomt uit de onkunde van de meeste hulpverleners en het ongemak vanuit de samenleving om dit ‘ongemak’ en de omvang ervan werkelijk onder ogen te zien.

Een pandemie van seksueel misbruik

Als er in Nederland (en de wereld) al sprake is van een pandemie dan zou het die zijn van seksueel misbruik. Met 1/3 vrouwen en 1/6 mannen komen we in Nederland in totaal uit op een dikke 4.000.000 slachtoffers. En in het kielzog daarvan kan je zelf uitrekenen over hoeveel daders we het dan hebben. Ik heb hier geen cijfers van, maar meer dan 100.000 lijkt me een conservatieve schatting. Hierbij dient te worden aangetekend dat ongeheelde slachtoffers vaak daders worden en omgekeerd vanuit onbewuste of semi-bewuste trauma-herenscenering. Denk hierbij aan soldaten die met alle geweld na de oorlog terugwillen naar het slagveld (slachtveld?).

In elke straat, op elk plein

Laat de getallen maar es op je inwerken. In elke straat leven dus in ieder geval slachtoffers en hoogstwaarschijnlijk ook daders. Dit is voor veel mensen een zeer ongemakkelijke gedachte en dus wordt het probleem nog steeds gebagatelliseerd of (weliswaar goedbedoeld) geindividualiseerd door de talloze persoonlijke verhalen die de laatste tijd naar boven komen.

Waar blijft de goede hulpverlening?

Maar de vraag is, levert dit genoeg bewustzijn op voor een betere hulpverlening? Over preventie nog maar niet gesproken. Je kunt een pandemie niet individueel niveau oplossen.

Een wereld te winnen

Als ervaringsdeskundige therapeut merk ik dat er nog een wereld te winnen valt. Het sociale ongemak moet er vanaf, er moet over gesproken worden. Seksueel misbruik komt zo vaak voor dat je het, als je puur op op de cijfers afgaat, normaal zou kunnen noemen.

Niet normaal maken wat niet normaal is

Sommigen proberen seks met kinderen te normaliseren. Iets wat seksueel misbruik alleen maar in de hand werkt. De discussies over pedofilie en wat is toegestaan en wat niet, duiken telkens weer op. Maar niets van dit alles is normaal te noemen; ook niet als het zo vaak voorkomt. De schade bij seks met een kind is zonder uitzondering overwéldigend groot en zonder therapie, in de meeste gevallen levenslang funest voor het slachtoffer en zijn (of haar) omgeving. Dit heb in inmiddels helaas talloze malen zelf waargenomen.

Onbedoelde hertraumatisering door buitenstaanders

Buitenstaanders, waar ik ook professionele hulpverleners mee bedoel, die zelf geen ervaring hiermee hebben, snappen niet wat nu eigenlijk de schade is én hoe groot de gevolgen. Vaak is er sprake van hertraumatisering vanuit goedbedoelde hulp en is er op een gegeven moment zowel bij het slachtoffer als de hulpverlener niet meer duidelijk wat nu nog oorzaak is en wat gevolg. Elk trauma lijkt op elk opnieuw opgedaan trauma in te werken.

Hulp die beschadigt

Zo werk ik momenteel met een cliënt die 5 diagnoses heeft volgens de DSM 5. Bij deze persoon is het grootste trauma wat momenteel speelt, het opgesloten worden in een isoleercel gedurende twee weken. Je zou ook als je geen trauma had hier een trauma aan oplopen, maar bovenop het seksueel misbruik uit de jeugd is dit niet te verdedigen.

Bizarre uitwassen vanuit onkunde

Vanuit onkunde en ongemak gebeuren er de meest bizarre dingen. Momenteel heb ik iemand in begeleiding die psychologie studeert en die inmiddels 3 psychologen versleten heeft voordat ze bij mij kwam. Want “bij die anderen moest ik eerst over mijn gezinssituatie vertellen”. Met andere woorden, men is bang of te ongemakkelijk om echt aan te horen wat er is gebeurd en mikt op ‘stabilisatie’. Vaak komt dit in de vorm van medicatie wat feitelijk gezien neerkomt op verdoving. In de meest extreme gevallen kan dit wellicht een tijdelijke oplossing bieden; in alle andere gevallen is het juist uitstel van de oplossing en verlenging van het lijden.

Zijn dit geen extreme voorbeelden?

Dit zijn geenszins uitzonderingen bij mij in de praktijk. Het lijkt eerder de norm te zijn dat mensen die bij mij aankloppen een uitgebreide geschiedenis hebben van hulpverlening die in het beste geval niet werkt en in het ergste geval beschadigend en hertraumatiserend is. Dit zijn maar twee voorbeelden, maar bij mij in mijn praktijk is dit helaas ‘normaal’.

Structureel gaat het vaker fout dan goed

Het nog niet vertelde verhaal, is dat er wel meer aandacht is voor de verhalen, maar dat er structureel nog steeds veel meer fout gaat dan goed. De hulpverlening lijkt niet het verschil te snappen tussen de ‘daad’ en de gevolgen. Vaak denkt men dat het een ‘seksueel’ probleem is; maar de gevolgen en de schade op psychisch, psychosomatisch en sociaal niveau zijn nog veel groter.

De schade is veel breder dan de seksualiteit

Zonder seks of met problematische seks leven, is wel een amputatie te noemen. Ik onderschat dan ook niet de seksuele problemen, maar mijn cliënten, voor 80% mannen en 20% vrouwen, hebben bijna allemaal moeite om normaal te functioneren. Zij ondervinden problemen met het aangeven van hun grenzen en deze überhaupt te voelen. Ze lopen vast in werk, in relaties en komen met zichzelf in de knoop.

Twintig tot dertig jaar van oplopende schade

Vaak duurt het zo’n 20-30 jaar voordat het trauma weer naar boven komt en in die 20-30 jaar enorm veel schade veroorzaakt aan de persoon en zijn/haar omgeving. De economische schade is navenant. Velen zitten in de bijstand en/of zijn arbeidsongeschikt verklaard en hebben torenhoge ziektekosten vanwege allerlei ‘onverklaarbare’ klachten die voor mij zonneklaar zijn. Dat betekent overigens niet dat ik ze weg kan toveren…

Bij mannen is de schade nog groter

Overigens lijkt het erop dat de schade bij mannen nóg groter is bij vrouwen. Dit komt waarschijnlijk omdat er nog meer schaamte op seksueel misbruik zit bij mannen en dat mannen meer geneigd zijn hun gevoelens weg te drukken, waardoor er nog meer psychische en psychosomatische klachten optreden.

Educatie over het hele verhaal

Al met al is er nog werk aan de winkel. Heel veel. We komen er niet met alleen het vertellen van nieuwe verhalen. We hebben educatie nodig van hulpverleners, kinderen, ouders, zorgverleners … en ja wie niet eigenlijk? Want ondanks alle verhalen en #metoo’s, #mentoo’s en #kidstoo’s lijkt het er niet bepaald op dat het aantal slachtoffers vermindert. Dát is waar ik uiteindelijk naar toe wil, zodat ik geen ‘werk’ (zo ervaar ik het uiteraard niet) meer heb.

Het niet vertelde verhaal …

Het niet vertelde verhaal is dus eigenlijk een verhaal wat nog geen happy-end of enige vorm van closure heeft. De eerste horde is genomen, langzaam maar zeker komen de verhalen los en mag seksueel misbruik gehoord worden. Een beetje in elk geval. Na de tsunami van verhalen is het tijd om de sloophamer die seksueel misbruik is onder ogen te zien. We zijn eigenlijk nog maar bij hoofdstuk één is aanbeland.

Meer lezen van Marcel Kerkhofs, lees hier