Heldin Usha Marhé
Categorie geheelde heldin
Het interview met Usha Marhé
In het kort, kun je aangeven wat je hebt meegemaakt aan seksueel misbruik?
Over seksueel misbruik kan ik niet kort zijn, daar is het een te gevoelig, veelomvattend en gecompliceerd onderwerp voor. Wat ik heb meegemaakt heb ik tussen de kaften van mijn boek neergepend, en wie dat wil weten kan dat daarin lezen. Journalisten die deze vraag stellen krijgen precies hetzelfde te horen. Want wat voor hen het antwoord is op een vraag in een routineus babbelgesprek is voor mij een herbeleving van iets traumatisch. Dat wil ik niet steeds aanraken, het blijft immers een pijnlijke plek. Om het daarover te hebben moet er veiligheid en vertrouwen zijn, en het moet mijn keuze zijn om het erover te willen hebben. Over de context kan ik wel vertellen: ik heb te maken gehad met de gevolgen van intergenerationeel seksueel misbruik in familieverband. Mijn moeder is als kind misbruikt door een oom. Ik ben tussen mijn vierde en negende ook misbruikt, door ooms en door de schoolbuschauffeur. Vanaf mijn negende jaar ben ik ook circa dertien jaar ernstig mishandeld. De levenslange gevolgen van seksueel misbruik worden maatschappelijk gezien helaas nog te veel onder de mat geschoven door het onder de noemer ‘huiselijk geweld’ te plaatsen. Seksueel misbruik is in essentie machtsmisbruik, en is een groot internationaal probleem. Nu wordt dat probleem nog te veel in de individuele schoot van slachtoffers gelegd, die vaak in hun eentje moeten worstelen om niet te verzuipen in de pijn en sociale schaamte.
Wat heb je zoal gedaan om daarvan te helen?
Toen ik, voornamelijk door zelfonderzoek, eenmaal doorhad wat incest c.q. seksueel misbruik is en met je doet, besloot ik er een boek over te schrijven. Als journalist vond ik een artikel niet voldoende om alles in een juiste context te plaatsen en over te brengen. Als je dan toch een taboe gaat doorbreken heb je de verantwoordelijkheid om dat zo integer en goed mogelijk te doen, vond ik. In die tijd bestonden er ook in Nederland nog weinig boeken of programma’s over dit onderwerp, en over seksueel misbruik in de Surinaamse gemeenschap bestond er nog geen degelijke studie of boek. In Nederland begon het onderwerp een beetje serieuze aandacht te krijgen door de studie van psychologe Nel Drayer. Zij publiceerde in 1990 haar boek met de resultaten van de eerste grootschalige studie naar de gevolgen van incest in Nederlandse gezinnen. In 1990 kwam ook de Epe incestaffaire (Yolanda) veelvuldig in het nieuws. Ik kreeg dit allemaal mee, omdat ik halverwege 1990 in Nederland kwam wonen. Bij mij werden mijn herinneringen in 1990/1991 in beweging gebracht door Oprah Winfrey, in wie ik mezelf als zwarte vrouw herkende. Zij maakte indrukwekkende talkshows over dit onderwerp, en vertelde ook wat haar vanaf haar negende aan seksueel misbruik was overkomen. De eerste sluizen om te herkennen en erkennen werden zo opengezet, ook als gevolg van de shock van mijn onvrijwillige migratie naar Nederland, ik kwam opnieuw in een overlevingsmodus terecht.
In 1991 ben ik uit mezelf hulp gaan zoeken bij de Riagg. Ik wilde door een psychologe van Surinaamse afkomst worden begeleid, en heb dat ook specifiek aangegeven. Voor mensen uit de (ex)koloniën, die racisme in Nederland meemaken en wiens voorouders eeuwenlang hebben geleden onder het geweld van witte mensen, is een witte hulpverlener niet meteen de meest veilige persoon om hun pijn mee te bespreken. Ik wilde me als mens en als vrouw veilig, gekend en begrepen voelen, ik wilde kunnen praten over mijn pijn die gerelateerd was aan seksueel misbruik, racisme en aan de ontworteling door de onvrijwillige migratie. Mijn wens werd gerespecteerd. Zo kon ik circa drie jaar praattherapie doen bij een psychologe die zelf ook twee van die onderwerpen had meegemaakt en daardoor beter kon luisteren en doorvragen.
Ik had een enorme dosis depressie en posttraumatische stress om mee aan de slag te gaan, een opeenhoping vanaf mijn geboorte. Mijn ouders waren gescheiden na een kort huwelijk waarin mijn vader mijn moeder mishandelde. Dat had zij ook al in haar brongezin meegemaakt, met een gewelddadige vader. Opgroeien met een moeder die seksueel is misbruikt als kind en dat nooit heeft kunnen verwerken, omdat het in die tijd overal onbespreekbaar was, en zelf ook misbruikt zijn als kind. Nou, dat was een huis vol onuitgesproken leed, depressie en posttraumatische stress die continu met elkaar in botsing kwamen. Ik groeide eigenlijk op binnen de dikke muren van angst en onvermogen van het kind in mijn moeder. Ik kreeg het leven van mijn moeder. In mijn volwassen leven moest ik dus healen van drie generaties lijden, als ik mijn oma erbij optel.
Aansluitend op de therapie heb ik drie jaar onderzoek gedaan voor het boek. Het was nieuw wat ik deed, maar mijn netwerk in de vrouwenhulpverlening juichte het toe en hielp mij met het zoeken naar Surinaamse vrouwen die zich wilden laten interviewen. Zo verscheen in 1996 mijn taboedoorbrekende boek over Surinamers en incest. Mijn boosheid en pijn waren de motor om dit boek te kunnen schrijven en fu nak’ panya a tapu sjén, om de zwijgcode van schaamte open te breken. Incestdaders maken vrijwel altijd meerdere slachtoffers. Zwijgen beschermt niet de slachtoffers, maar de daders, die daardoor hun gang kunnen gaan. Er zo mee bezig zijn was voor mij natuurlijk ook een manier om het patroon verstandelijk nog beter te begrijpen. Het boek heeft mijn leven veranderd. Duizenden mensen hebben het gelezen, en vanaf toen begonnen Surinaamse media ook steeds meer over gevallen van seksueel misbruik te schrijven. Veel vrouwen stapten op mij af, gewoon op straat of waar ze me zagen, en begonnen te vertellen over zichzelf, het borrelde er gewoon uit. Vaak spraken ze er voor het eerst over. Ik heb in 21 jaar tijd op die manier meer dan tweeduizend verhalen gehoord die ik geheim moest houden. Met het gewicht van die verhalen en de geheimhouding moet je leren omgaan, terwijl je zelf nog in je eigen verwerking zit. Dat was niet makkelijk.
Na de publicatie ging ik aan de slag met lichaamsgerichte processen. Want het lichaam slaat alle pijn en trauma op, tot je zover bent om ermee aan de slag te gaan. Migraine, kramp, buikpijn, hyperventilatie, uit je lichaam treden, automutilatie en ptss zijn bekende gevolgen van seksueel misbruik en mishandeling. Stap voor stap moest ik zelf uitvinden wat mij hielp. Zo hebben regelmatige massages mij de afgelopen 21 jaar geholpen om contact te maken met mijn lijf, en om opgehoopte stress te leren loslaten. Een diepgaande cursus ademhaling maakte mij bewuster van hoe en waarom ik hyperventileerde. Aan de ene kant maakte aandacht van mannen mij angstig, en aan de andere kant moest het niet seksualiseren van contact met mannen ook aandacht krijgen. Angst die in mijn lijf zat opgeslagen moest ruimte krijgen om los te komen en kwam er o.a. in de vorm van huiduitslag uit. Het bevroren en angstige kind in mij, dat al die dingen had meegemaakt, kon zo beetje bij beetje groeien, en zo groeide ik ook mee. Hoe dieper je gaat, hoe meer er naar boven durft te komen. Stapje voor stapje leerde ik minder angstig te zijn, beter adem te halen, minder te dissociëren en er meer te zijn, en te willen leven. In het najaar van 2017 ervaarde ik iets bijzonders: voor het eerst had mijn innerlijke ‘magneet van pijn en lijden’ een hele dag uit gestaan! Een hele dag waarbij ik me van binnen licht, vrolijk en heel had gevoeld! Ik dacht: dit is het dus, waar ik naar toe werkte. Dat vergeet ik nooit meer, hoe bijzonder dat was. Sindsdien is de balans naar het positieve omgeslagen en sta ik elke dag op met zin in leven.
Wat zou je mensen die nog bezig zijn of nog moeten beginnen met helen willen meegeven?
Jezelf als belangrijkste persoon in jouw leven zien en behandelen, is een grote uitdaging voor slachtoffers van seksueel misbruik, we hebben immers geleerd ons onzichtbaar en klein te maken om te overleven. Ook hebben we een negatief zelfbeeld en lichaamsbeeld. En je krijgt – vooral in kleine gemeenschappen – te maken met een grote dosis sociale schaamte, die ons is aangepraat. Maar het is mogelijk te leren om jezelf steeds meer als de belangrijkste persoon in jouw leven te zien, dat blijkt uit alle verhalen op deze website. Wat ik nu door heb is dat je tijd moet geven aan het healingsproces, want dat is een levenslang proces dat gaandeweg wel soepeler gaat, maar nooit stopt. Om van de pijn af te komen, zal je door de pijn heen moeten gaan. Maar jij bepaalt het tempo. Deze reis naar binnen begint met een belangrijke eerste stap: benoemen wat er met jou is gebeurd. Door het woorden te geven, geef je jezelf de ruimte om te mogen voelen en healen. Het is pijnlijk te moeten beseffen en accepteren dat je het verleden niet meer kunt veranderen, en dat de dader nog te vaak schotvrij blijft en dat jij met de pijn moet worstelen. Het voelt erg onrechtvaardig aan, en dat is het ook. Gaandeweg leer je de verantwoordelijkheid voor het gebeurde terug te leggen bij de dader en de omgeving die hem/haar de gelegenheid gaf, en leer je verantwoordelijkheid te nemen voor jouw genezing. Zoek hulp, informatie en lotgenotencontact, zoek bondgenoten. Geef jezelf de tijd om te groeien, om te voelen wat jij nodig hebt, zoek methoden die jou helpen om te healen. Leer jouw intuïtie te vertrouwen. Huil zo vaak en zo veel als nodig is, dat is onderdeel van jouw healingsproces. En creëer een veilige omgeving voor jezelf, waarin je steeds vaker ‘nee’ tegen onveilige personen en situaties leert te zeggen. De pijn in onze lichamen en herinneringen niet wegduwen, maar er stapje voor stapje ‘hallo’ tegen zeggen, is de weg naar self-healing, zelfacceptatie en zelfliefde.
Hoe speelt seksueel misbruik nu nog een rol in jouw leven?
Het #metoo debat heeft sinds 2017 internationaal steeds meer blootgelegd hoe ernstig het probleem van seksueel misbruik in de wereld is. Na deelname aan een gesprek op televisie over #metoo realiseerde ik me plotseling dat ik een van de voorlopers van dit (inter)nationale debat ben geweest door er al in de jaren ’90 over te praten en te publiceren, en sindsdien ben ik er niet mee gestopt. Met als resultaat dat ik er ontzettend veel over weet. Ook besefte ik me dat ik de persoon was geworden die ik nodig had toen ik een kind was. Zoveel kennis en ervaring mag niet verloren gaan. Na een leven lang met communicatie bezig te zijn geweest, en ook te leren over overdracht en tegenoverdracht, was ik er klaar voor om groepsbijeenkomsten te begeleiden. In 2017 ontving ik na twee jaar studie mijn certificaat als ‘healer’. Daarna ging ik naar mijn geboortegrond om mevrouw Elly Purperhart op te zoeken, een bekende Surinaamse healer. Zij zag mijn kwaliteiten en gaf me haar zegen. De eerste bijeenkomst begeleidde ik kort daarna met succes in Suriname. Sinds april 2018 doe ik dat in Amsterdam, vanuit de gedachte van de inclusieve Japanse filosofie van Kintsugi, en vanuit de bron van onvoorwaardelijke liefde. Mijn voordeel is dat ik zowel in Nederland als Suriname groepen kan begeleiden, omdat ik beide gemeenschappen ken, inclusief de vele culturele achtergronden die in beide landen aanwezig zijn. Sinds ik dit doe is het alsof de cirkel rond is. Ik heb van iets dat lelijk, zwaar en negatief was, iets positiefs, nuttigs en waardevols kunnen maken.