De wetten rondom de verjaring van seksueel misbruik
In april 2013 is de wet rondom de verjaring van seksueel misbruik veranderd waardoor aangifte doen makkelijker is geworden. Vroeger verjaarde seksueel misbruik twaalf jaar nadat het slachtoffer volwassen werd. De nieuwe wet kent geen verjaring meer voor seksueel kindermisbruik, als dat gepleegd wordt door volwassen. Dat geldt overigens alleen voor seksueel misbruik waar een strafmaat voor geldt van minimaal acht jaar. Dat betekent dat het hier gaat om ernstig seksueel misbruik. De wet is bovendien met terugwerkende kracht ingevoerd, waarbij daden die in april 2013 nog niet verjaard waren, ook onder de nieuwe wet vallen.
De uitzondering op de wet
Er is één uitzondering op deze wet en dat betreft daders die op het moment van het delict minderjarig zijn. Voor hen geldt dat de verjaringstermijn is opgerekt naar twintig jaar, ingaande op het moment dat het slachtoffer achttien jaar wordt. Ook hierbij geldt de restrictie dat het gaat om ernstig seksueel misbruik.
Wat is (voor de wet) ernstig seksueel misbruik?
Wettelijk gezien is ernstig seksueel kindermisbruik het seksueel binnendringen en/of masturbatie van of door een kind. Daarnaast zijn er regels die het vervaardigen, bezit en distributie van kinderporno verbieden. De wet spreekt van zéér ernstig seksueel misbruik als het gaat om herhaald seksueel misbruik, dat meer dan een jaar duurt, waarbij de dader geweld óf (emotionele) chantage gebruikt. De wet kent wat ruimte als het gaat om vrijwillig seksueel contact tussen leeftijdsgenoten vanaf 16 jaar, maar is daarentegen uitermate streng als het gaat om seks met kinderen in een afhankelijkheidsrelatie, zoals ouder-kind of leraar-kind.
Verplicht celstraf voor zedendelicten
Ook is het de rechter sinds kort bij de wet verboden om bij zedendelicten alleen een taakstraf op te leggen. Een celstraf is een minimale vereiste. De rechter kan hierbij wel naar eigen inzicht handelen in de lengte van de opgelegde straf.
Voordelen van de wetgeving
Deze wetswijziging was nodig, omdat mensen die seksueel misbruikt zijn, vaak lange tijd zwijgen, voordat ze het misbruik naar buiten brengen. Er is de afgelopen jaren op allerlei manieren gewerkt aan het vergemakkelijken van melding, maar dit heeft nog niet geleid tot een grote versnelling van het doen van aangifte. De schaamte en de schuldgevoelens zijn vaak nog te groot. Bovendien vind lang niet elk slachtoffer een gewillige luisteraar: Ook niet bij politie en justitie. De cultuur van machteloosheid heerst helaas ook in die kringen.
Redenen om géén aangifte te doen
1. Het zou zinloos kunnen zijn
Veel zaken, vooral als het om oudere feiten gaat, zijn moeilijk te bewijzen. Dat zit hem in de aard van de misdaad: die gebeurt meestal achter gesloten deuren met alleen de dader als getuige.
2. Het zou dingen op kunnen rakelen
Je zou door het aangifteproces aan te gaan, je oude pijn weer op kunnen rakelen. Vaak heb je als slachtoffer met moeite een bestaan opgebouwd en door het verleden weer aan te raken, kun je wel eens uit balans raken.
3. Het zou je relatie met anderen kunnen verstoren
De druk van familie om de boel te laten rusten kan, zeker bij incestueus seksueel kindermisbruik, erg groot zijn. Soms lijkt het wel alsof familie zich massaal achter de misbruiker schaart.
Redenen om tóch aangifte te doen
1. Het zou zinvol kunnen zijn
Gemiddeld maakt een misbruiker dertig slachtoffers. Slechts een klein percentage van de misbruikers houdt het bij één enkel kind. Het is dus waarschijnlijk dat er meer slachtoffers zijn van de persoon die jou heeft misbruikt. Bovendien heb je recht op beoordeling van jouw zaak door het openbaar ministerie, zij zijn de enige die een zaak mogen seponeren.
2. Het zou dingen kunnen helen
Niet iedereen, maar sommige slachtoffers krijgen er voldoening uit als het recht zegeviert, Je krijgt daarmee erkenning van de maatschappij voor het leed dat jou is aangedaan. Dat zou kunnen helpen om het misbruik achter je te laten.
3. Het zou de relatie met anderen kunnen verbeteren
Soms is er een drastische maatregel nodig om aan je familie en de mensen om je heen te laten zien dat je niet langer met je laat sollen. Dat je bereid bent te vechten voor je recht door aangifte te doen en dat je sterk genoeg bent om in de rechtszaal je woord te doen. Wanneer jij laat zien dat je niet terugdeinst voor actie, kan het zijn dat er meer slachtoffers (uit je familie) opstaan en hun stem laten horen (wat ook nog eens de kans op een veroordeling vergroot).
Hoe kun je aangifte doen?
Aangifte doen kan helaas alleen in de plaats waar het misdrijf heeft plaatsgevonden. Het kan moeilijk voor je zijn om daarnaar terug te gaan. Zorg dat je steun hebt van je directe omgeving én van iemand die de wet kent en je daarin kan adviseren. In sommige gemeenten is aangifte doen van seksueel misbruik makkelijker dan in andere. Laat je niet intimideren, zorg dat je goed voorbereid bent en je recht kent. Aangifte doen van een strafbaar feit mag altijd, daar heb je recht op, maar maak wel even van te voren een afspraak.
Alles wat je nog weet van het misbruik kan helpen
Het helpt als je alle feiten op een rijtje hebt. Gegevens die je kunt herinneren over de dader(s), namen, gezichten, speciale kenmerken. Je medische geschiedenis kan ook nuttig zijn, zeker als het gaat om onaangename gevolgen van seksueel misbruik, zoals geslachtsziekten, zwangerschappen, al dan niet met miskraam of abortus. Alles wat je over de periode van het misbruik nog weet kan helpen. Zet het op een rijtje (eventueel samen met een hulpverlener of partner) en probeer om zo gedetailleerd mogelijk te herinneren wat er allemaal gebeurd is.
Met de druk van de verjaringstermijn eraf kun je de tijd nemen
Feiten die soms 10 jaar terug zijn gepleegd, worden niet moeilijker te bewijzen doordat je er nog een paar weken over doet om alles op een rijtje te krijgen. Neem de tijd en denk niet te snel ‘Dit doet niet ter zake’. Schrijf zoveel mogelijk op. Zelfs als iets niet direct van belang is, kan het heel goed een herinnering activeren van iets wat er wél toe doet, dat weet je niet van te voren.
Let op dat je de goede vragen laat stellen
Het kan helpen als je iemand vragen laat stellen over de periode waarin het misbruik plaatsvond. Neem dit bij voorkeur op, zodat het duidelijk is dat je geen ‘geladen vragen’ hebt gekregen, want dat maakt je zaak uiteindelijk zwakker. Je helper kan je vragen stellen over hele gewone dingen zoals ‘Had je een vaste plek aan tafel?’ of ‘Hoe zag je slaapkamer eruit?’ Alles wat dan spontaan in je opkomt kan helpen.
Laat je adviseren en bijstaan
Neem contact op met een slachtofferadvocaat en vraag advies. Er zijn er die gespecialiseerd zijn in zedenzaken. Er is zelfs een stichting die zich hiervoor inzet. Kijk op Stichting Langzs voor meer informatie.