Polyvagaal theorie en trauma

Op LinkedIn kwam ik een artikel tegen uit de Guardian over Stephen Porges over de ‘polyvagal theory’ onder de titel: ‘Survivors are blamed because they don’t fight.’ oftewel: ‘Overlevers krijgen de schuld in de schoenen geschoven, omdat ze zich niet verzetten’

Mijn interpretatie van het artikel:

Wie is Stephen Porges

Stephen Porges is professor in de psychiatrie aan de Universiteit van Noord Carolina. Hij is één van de meest gerenommeerde wetenschappers aan de universiteit van Indiana en hij heeft het Trauma en stress research centrum opgericht. Hij doet onderzoek naar het centrale zenuwstelsel, hoe dit door ervaringen wordt beïnvloed én welk gedrag daaruit voortvloeit. De ‘Polyvagal theory’, in het Nederlands: ‘Polyvagaal theorie’ beschrijft hoe dat werkt.

Een korte uitleg

De Polyvagaal theorie gaat ervan uit dat er evolutionair drie delen van het autonome zenuwstelsel zijn, die de respons op acute stress regelen. Het oudste systeem heeft als overlevingsstrategie om te doen alsof je dood bent. Daarna is het ‘vluchten/vechten’ mechanisme ontstaan, een systeem dat het lichaam als het ware mobiliseert en als laatste is het ‘sociale betrokkenheidssysteem’ ontstaan. Dat laatste kan ontdekken wat veilige elementen in een situatie zijn en die ook daadwerkelijk communiceren naar anderen.

Het belangrijkste uit de polyvagaal theorie voor de hulpverlener

Wanneer er in een situatie elementen van veiligheid geïntroduceerd worden, kan het autonome zenuwstelsel helpen om weer naar een gezonde response te gaan.

Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

Wanneer je met een levensbedreigende situatie te maken hebt, dan is de eerste en meest waarschijnlijke response: dood spelen, gedissocieerd raken. Tonische immobiliteit is de meest voorkomende reactie op verkrachting of seksueel misbruik. Maar liefst 70% van de slachtoffers van verkrachting rapporteert dit.

Het misverstand over vechten en vluchten

Therapeuten dachten voorheen dat ‘vechten en vluchten’ de eerste reacties waren, maar dat blijkt niet waar te zijn. De eerste reactie is bevriezen. In het verleden kregen slachtoffers echter te horen dat dit niet kon en kregen ze kritische vragen over ‘Waarom heb je niet gevochten?’

Erkenning in plaats van miskenning

Overlevers krijgen de schuld en schaamte omdat ze niet mobiliseerden. Ze vechten en vluchten niet uit de situatie. Dit misverstand heeft veel leed veroorzaakt. Het lichaam, het autonome zenuwstelsel, legt de boel plat en het slachtoffer kan zich letterlijk niet verweren, daarnaast verhoogt het de pijngrens. Deze wetenschappelijke inzichten hebben ook enorme implicaties voor ons rechtssysteem.

ACE en de polyvagaal theorie

ACE is een onderzoek dat de gevolgen van blootstelling aan vroegkinderlijk trauma blootlegt. Het is in die zin een belangwekkend onderzoek dat het de enorme impact van traumatische gebeurtenissen laat zien, op de levensverwachting en op de risico’s op bijna alle dodelijke ziekten. Het laat het belang van traumaonderzoek zien. De polyvagaat theorie laat zien dat het niet zozeer de traumatische gebeurtenis is die bepaalt hoe groot de schade op latere leeftijd is, maar de (autonome) reactie op de gebeurtenis.

De reactie op de traumatische gebeurtenis

Wanneer iemand een traumatische gebeurtenis meemaakt, interpreteert het lichaam wat er gebeurt als levensbedreigend. Op dat moment vindt er een enorme verschuiving plaats in hoe het zenuwstelsel werkt. Dit heeft invloed op hoe onderliggende fysieke systemen werken, het heeft impact op sociaal gedrag, psychologische ervaringen en op de fysieke uitkomsten zoals het ACE onderzoek aantoont.

De vraag opnieuw formuleren

Het ACE onderzoek focust op de aanwezigheid van negatieve ervaringen in de kindertijd. Maar dat is volgens de polyvagaal theorie nog maar het begin. Waar het werkelijk om draait is de reactie op deze negatieve ervaringen.

Veilige ruimte voor getraumatiseerden

Wanneer iemand getraumatiseerd is, heeft het lichaam geleerd om alert te zijn op bedreigingen. Wanneer dit getriggerd raakt, gaat het lichaam zich voorbereiden, wordt gespannen en defensief. Dit zijn niet de beste omstandigheden voor behandeling. De context, de omgeving waarin behandeling plaatsvindt, wordt daarmee belangrijk voor het welslagen van de behandeling. Daarom is het belangrijk om in te zetten op veilige ruimtes, signalen van veiligheid in te bouwen in de context van de behandelruimte. Iemand die bang is, gaat niet (kunnen) meewerken.

De polyvagaal theorie en de maatschappij

In een polyvagaal geïnformeerde maatschappij, leren we om te luisteren en getuige te zijn van de ervaringen van anderen, zonder oordeel. Luisteren is onderdeel van co-regulatie. Het is een manier waarop we ons weer veilig gaan voelen in ons lichaam. Gehoord worden, oprechte interesse van de ander, iemand die geanimeerd luistert, vragen stelt en meeleeft, sterkt ons gevoel van veiligheid. Zo help je getraumatiseerden om zich weer veilig te voelen in hun lichaam.

Concreet wat de polyvagaal theorie volgens mij adviseert:

  • Een praktijkruimte dient elementen, symbolen en signalen van veiligheid te bieden.
  • Een therapeut dient eerst en vooral empathisch te luisteren zonder oordeel.
  • Het is de reactie op het trauma (de overlevingsmechanismen) en niet zozeer het trauma zelf dat begrepen dient te worden.
  • Een ervaring van veiligheid is noodzakelijk om met trauma te werken.

Pas als aan deze voorwaarden voldaan is, kan het centrale zenuwstelsel van de cliënt gekalmeerd worden. Pas als dat gelukt is, kun je, gedoseerd, aan de slag met het  verwerken van de inhoud van het trauma.

Het originele (Engelstalige) artikel lezen? Dat kan op de site van Guardian

Eén gedachte over “Polyvagaal theorie en trauma

  1. Pingback: De politieke achtergrond van de geestelijke gezondheidszorg –

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *